Reactie op de verkenning van de VU (https://lnkd.in/eGkmPsrF):
Als inspectie willen we bijdragen aan goed onderwijs voor leerlingen en studenten. We baseren onze toezichthoudende taak op de eisen in de onderwijswetten. Doordat we ook in de onderzoekskaders en herstelopdrachten verwijzen naar deze wettelijke bepalingen, is voor scholen helder waar ze mee aan de slag moeten om aan de eisen te voldoen. De manier waarop wij toezicht houden, kent een gedegen juridische toets. Dat betekent dat we ervoor zorgen dat onze onderzoekskaders aansluiten bij wat de wet van scholen en besturen vraagt. In de wet is verankerd dat het onderwijsveld, de Kamer en de minister betrokken worden bij de ontwikkelingen van ons onderzoekskader en de wijze waarop we toezicht houden. Bovendien kunnen besturen en scholen tijdens de wederhoor over een rapport feitelijke onjuistheden aan ons doorgeven. Ook kan een rapport aan een rechter worden voorgelegd om eventuele onrechtmatigheden te laten beoordelen. Dat gebeurt ook met enige regelmaat.
We zoeken altijd naar manieren om ons toezicht verder te verbeteren. Wetenschappelijke belangstelling in ons werk kan daarbij helpen. De verkenning van de VU moeten we nog inhoudelijk analyseren en we gaan bekijken of we hier als inspectie ons voordeel mee kunnen doen. De onderzoeker is welkom om haar standpunt bij ons te komen toelichten, te meer omdat de uitkomsten van de verkenning bij een eerste beschouwing niet rijmen met de zorgvuldige wijze waarin wij de wetgeving een plek geven in ons toezicht. Vanzelfsprekend moet al ons werk gebaseerd zijn op een deugdelijke juridische grondslag, waarbij we willen waken voor bovenmatige juridisering en het risico dat dit onbedoeld tot afvinklijstjes leidt. Daar wordt het onderwijs niet beter van.
breed inzetbare én geïnteresseerde schoolleider&bestuurder
4 wIk merk dat ik hier bedenkingen voel. Is dit de rol van de inspectie? En was het bestuur niet de gesprekspartner van de inspectie? De andere kant is het voeling houden met de werkvloer ook goed, maar waarom dan alleen schoolleiders en niet ook andere betrokkenen? De inspectie zou ook gewoon met de VOraad kunnen spreken, daar zijn besturen en tegenwoordigd. Kortom het lijkt sympathiek, maar is dat het ook?