8 tips van FRONIUS om lasspatten te voorkomen

8 tips van FRONIUS om lasspatten te voorkomen

Als de vonken eraf vliegen, zijn lasspatten op het werkstuk meestal niet ver weg. En als ze er eenmaal zijn, moeten ze worden verwijderd - ten koste van tijd en geld. Hoe voorkomt u  lasspatten of beperkt u  deze tot een minimum? Lees hieronder 8 gouden tips van Fronius, die echt werken!

  1. Zorg voor een constante stroom
  2. Zorg voor een constante draadaanvoer
  3. Kies het juiste beschermgas en de juiste hoeveelheid
  4. Kies geschikte slijtdelen
  5. Pas de juiste lasparameters toe
  6. Schoon materiaal
  7. Correcte toortsbehandeling
  8. Voorkom tocht

Het voorkomen van lasspatten - waarom is het zo belangrijk?

Lasspatten is de term voor kleine metaaldruppeltjes die door de kracht van de vlamboog uit de lasboog worden geschoten - en meestal - terechtkomen op het werkstuk, de las of de slijtdelen van de lastoorts. Behalve langdurige en kosten intensieve reiniging kunnen lasspatten ook leiden tot:

  • Slechtere kwaliteit van de lasnaad;
  • Onzuivere en onveilige werkplaats;
  • Productieonderbrekingen.

Daarom is het zaak om lasspatten zoveel mogelijk te voorkomen. En met onze eenvoudige uit te voeren tips bent u er helemaal klaar voor! 

1. Zorg voor een constante stroom

Foto: Zorg voor een constante stroom

Een constante stroom is absoluut noodzakelijk om lasspatten te voorkomen. Het is daarom van essentieel belang dat de lastoorts en de aardkabel goed zijn aangesloten op de stroombron. Hetzelfde geldt voor de aarding op het werkstuk: het bevestigingspunt en de aardklem moeten blank en sterk geleidend zijn om de stroom goed te geleiden.

2. Zorg voor een constante draadaanvoer

Foto: Bochten in het slangenpakket kunnen een draadtoevoerprobleem veroorzaken, wat op zijn beurt leidt tot een spattenprobleem

Om zo spatarm mogelijk te kunnen lassen, moet de lasboog stabiel zijn. En om een stabiele boog te krijgen, moet u zorgen voor een constante draadaanvoer. Om dit te garanderen, zijn drie dingen belangrijk:

Foto: Leg het slangenpakket zonder bochten

  1. Zorg ervoor dat de lastoorts goed is uitgevoerd (binnenspiraal: diameter en lengte, draadinloopnozzle, etc.);
  2. Zorg voor zo min mogelijk bochten in het slangenpakket;
  3. Pas de aandrukkracht op de draadaanvoerrollen aan op de gebruikte lasdraad. Te weinig druk kan de draad laten doorslippen en te veel druk zorgt voorvervorming van de lasdraad, waardoor er problemen in de draadaanvoer ontstaan, met lasspatten als gevolg. 

3. Kies het juiste beschermgas en de juiste hoeveelheid

Onvoldoende gasbescherming kan instabiliteit van de lasboog veroorzaken, wat op zijn beurt tot lasspatten leidt. Twee factoren zijn hier van cruciaal belang: het gasvolume (vuistregel: draaddiameter x 10 = gasvolume in liters per minuut) en de stick-out (het vrije draadeinde), dat kort genoeg moet worden gehouden om een goede gasbescherming te garanderen. Spatarm lassen hangt ook af van de keuze van het juiste gas, aangezien lassen in een normale CO2 gasbescherming meer spatten oplevert in het hogere vermogensbereik. Onze tip: gebruik menggassen in plaats van 100% CO2 om lasspatten nog minder kans te geven!

4. Kies geschikte slijtdelen

Als het gaat om slijtage van onderdelen, zijn er verschillende dingen waar u rekening mee moet houden. Ten eerste moeten onderdelen zoals draadrollen, draadgeleiders en contacttips geschikt zijn voor het type las-toevoegmateriaal en de draaddiameter van de lasdraad. Ten tweede is de mate van slijtage van invloed op de vorming van spatten. Sterk versleten onderdelen kunnen instabiliteit in het lasproces veroorzaken, wat vervolgens leidt tot een toename van lasspatten.

5. Pas de juiste lasparameters toe

Het kiezen van de juiste lasparameters is essentieel om lasspatten zoveel mogelijk te voorkomen, vooral bij het instellen van het vermogensbereik van de overgangsboog. Afhankelijk van de situatie moet het vermogen worden verhoogd of verlaagd om over te gaan naar de kortsluit- of de sproeiboog. Indien dit niet leidt tot het gewenste resultaat is een pulserende lasmachine zoals de TransSteel Pulse een goede oplossing. Het puls-lasproces overbrugd het vermogensgebied van de kortsluit- en de sproeiboog en daarmee worden de negatieve invloeden van de overgangsboog vermeden.

6. Schoon materiaal

Het grondig reinigen van het materiaal is een andere beslissende factor. Alle vuil, roest, olie, aanslag of de zinklaag moeten van de lasnaad en de directe omgeving worden verwijderd voordat met het lassen wordt begonnen. 

7. Correcte toortsbehandeling

Ook belangrijk is de juiste positie en geleiding van de lastoorts. De toorts moet onder een hoek van 15° worden gehouden en met een constante snelheid langs de lasnaad worden bewogen. "Een uitgesproken 'stekende' lastechniek is zeker niet aan te bevelen, omdat deze positie een navenant hoge hoeveelheid spatten uitwerpt. Ook de afstand tot het onderdeel - de zogenaamde stick-out - moet constant worden gehouden. Als de afstand te groot is, worden zowel de gasbescherming als de inbranding aangetast, wat resulteert in meer spatten bij het lassen.

8. Voorkom tocht

Een praktische tip die vaak over het hoofd wordt gezien, is het vermijden van tocht. Als je op een plek last met veel tocht, dan krijg je al snel problemen met de gasbescherming. En daarmee natuurlijk ook met lasspatten. Maar wat doe je als je het laswerk niet kunt afschermen van tocht, bijvoorbeeld buiten? In deze gevallen verhoog je het beschermgas met zo'n 2-3 liter per minuut om de omgevingslucht weg te houden van de las.

Nog steeds te veel lasspatten? Verander het lasproces!

Als u met al deze tips rekening houdt, dan heeft u een uiterst stabiele boog en voorkomt u het ontstaan van lasspatten. 

Heeft u echter nog steeds last van te veel lasspatten (en dus een onvoldoende stabiele lasboog), overweeg dan om over te stappen op een meer geavanceerd lasproces, zoals bijvoorbeeld het LSC-lasproces. LSC staat hierin voor “Low Spatter Control”. Dit lasproces staat dan ook bekend als 'spatarm' lasproces. De Fronius TPS/i beschikt hier bijvoorbeeld over en biedt hiermee een bijzonder hoog boogrendement. Het resultaat? Hoogwaardige lasnaden met vrijwel geen lasspatten.

Foto: Vrijwel geen lasspatten - met het LSC lasproces
Frank Essink

Sales Air Products / samen werken aan oplossingen

2 j

Dank voor de tips. Het lassen met 100% Co2 wat zorgt voor een grove druppelovergang en een instabiele lasboog waardoor grotere lasspatten onstaan gebeurt nog wel echter in zeer beperkte mate. Voor gastips en ondersteuning op de werkvloer kan er altijd een beroep gedaan worden op de specialisten binnen Air Products.

Meld u aan als u commentaar wilt bekijken of toevoegen